De Nederlandsche Vocabulaire

In een blogpost had ik het al eens over de verschillen tussen de Vlaamse en Nederlandse taal. Welnu, op deze pagina zal ik een lijstje bijhouden van de Nederlandse woordenschat en do's & don't s. Deze pagina zal dus groeien met de tijd. Kom dus regelmatig eens piepen, kan interessant zijn als je eens naar Nederland gaat.

Vocabulaire (NL - VL)

  • wit puntje: sandwich
  • ontbijtkoek: peperkoek
  • zaden- en pittenbrood: meergranenbrood
  • kleed: tapijt (om een genante situatie te vermijden: zeg nooit "wat heb jij een mooi kleedje aan")
  • hagelslag: muizenstrontjes
  • poep: kaka
  • plavuizen: tegels
  • witgoed: wasmachines en droogkasten (witgoedwinkel is dus een winkel waar ze wasmachines en droogkasten en andere was-en plasartikelen verkopen)

Do's & don't s

  • zeg niet "spuitwater" maar "spa bruis" (ook al is het niet het merk SPA)
  • zeg niet "sneetjes" kaas maar "plakjes" kaas
  • zeg niet dankUwel, maar dankJEwel (men houdt hier niet zo van 'tutoyeren', en volgens De Echtgenoot is de U-vorm eerder voor de Brabanders en Limburgers, dus dicht bij de Nederlands-Belgische grens)
  • vraag nooit "een zakje" in de winkel maar vraag naar "een tasje"
  • zeg niet tegen je kindje "ga eens op je poep zitten" maar "ga eens op je billen zitten" (dit heb ik ontdekt op de speeltuin, en in de PSZ); reden: zie hierboven

Afkortingen

Ja, de Nederlander gebruikt graag afkortingen. En dan moet je maar weten waar ze het over hebben. 

- OV: openbaar vervoer


Reacties

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Claudette Cardigan

Grote Schrikkepeut